Dit weekend was ik naar Arnhem. Om te klussen bij Anne en Sas, want groep6-ers houden nogal van verhuizen kennelijk. Schieuwnierig naar het huis kwam ik afgelopen weekend dus langs ter ondersteuning van het sloopteam en verfteam. Had toch niets beters te doen nu Mijke in Spanje zit (eenzaam!).

Bob de bouwers Mo en Rolandow

Staan ze dan hoor, de Bob de Bouwers. Of liever gezegd: slopers. Want waar wij hier naar zitten te kijken -om onze strategie verder uit te werken- is het restant van een afdakje aan de achterkant van het huis. Alles moest weg, alles mocht stuk, en dat is voor ons slopers natuurlijk dè ideale manier van werken. Als een dolle wat planken en balken los schroeven, om uiteindelijk gewoon de moker te pakken en er als een holbewoner op los te slaan. Heerlijk.

Verder nog aardig wat steenstrips verwijderd in de woonkamer, wat je na verloop van tijd wel gaat voelen in de biceps (zeg maar de popeye spieren). Ik heb mijn gemiste sportschool excersities ruimschoots ingehaald dit weekend.

De vorige eigenaar van het huis is een vreselijke kluskoning geweest, althans, zo moet hij zich gevoeld hebben. Van alles had hij in elkaar getimmerd en geschroefd. Die overkapping dus, hondenkannels, en kennelijk ook zelf de verlichting en bedrading van het geheel. En dat doe je natuurlijk met zoveel mogelijk omwegen en leidingen.

Bedrading

Zo dus ongeveer. Een gemiddelde fabriekshal kijkt hier nog tegen op, maar bij Anne en Sas hangt dit gewoon in een schuurtje van 3 bij 3 meter.

Maar als het huis eenmaal klaar is, omgetoverd is tot een moden paleisje, dan zijn de meeste van dit soort fratsen wel verdwenen denk ik.

Kijk, en dát scheelt. Geen fratsen.