Koffie met thee is minder lekker

Month: May 2008

Rolandow belt 112

Vandaag besloot ik niet via het sportcentrum te gaan, maar langs de provinciale weg te blijven fietsen naar huis. Ter hoogte van het fietspad waar ik was uitgekomen als ik wèl via het sportcentrum was gefietst, viel me iets op aan de overkant. Rook. Vuurtje. Nouja, vuur eigenlijk best wel. Ik keek dat zo eens aan en dacht: dat kon nog wel eens een beste fik worden, met al die bomen er omheen! Er was hout tegen een stenen huisje aan gegooid/gestapeld, en dat stond nu aardig in de fik. Leek me bepaald geen plaats voor een boer om zijn vuil te verbranden.

Om het huisje stonden allemaal verse (geen heel oude), vrij grote bomen. De auto's reden er pal langs. Opzich was het vrij nat, dus ik schatte dat het nog wel eventjes zou duren voor de hele boel in lichterlaaie stond, maar toch besloot ik direct 112 te bellen. Het verhaal van de kerktoren waar dat museum in zat, waarbij iedereen dacht: er zal toch wel iemand gebeld hebben? stond mij nog vers in het geheugen.

Helaas voor u was de sensatiezoeker nog niet in mijn ontwaakt, want pas toen ik mijn fiets de schuur in reed bedacht ik me dat ik best even een foto had kunnen maken. Of filmpje. En misschien even wachten tot de brandweer er was? Konden ze me gelijk een interviewtje afnemen. En een foto, voor de voorpagina van het NHD. Sja, ik ben er dan toch. Maar niet dus, ik bedacht me dat toen ik alweer thuis was.

Bovendien had ik net een nieuwe koptelefoon gekocht, en een nieuwe switch, die ik als de sodemieter moest uitproberen. En ik had al best honger, want doordat ik de stad was ingeweest, was het al laat! 

Maargoed, het telefoonnummer van de brandweer had ik niet zo snel bij de hand, toen ik eenmaal besloten had de held uit te gaan hangen. Dus ik bel 112. Daar is het toch voor?

Ik bel op en verwacht een geruststellend, alleraardigst jongedame, liefst met zwoele stem, aan de andere kant van de lijn. Zo 1 die na een paar woorden al weet waar ze mee te maken heeft. De redder van de stad dus, in dit geval. Kalm en duidelijk, zoals echte helden dat doen, zei ik dat ik de commandant van Brandweer Hoorn graag zou spreken. Ze zou me doorverbinden.

Het doorverbind deuntje klonk me al vrij vreemd in de oren. Maargoed, nu bel ik tegenwoordig wel vaker met moderne telefooncentrales die rare geluidjes maken, dus wie weet was dit normaal. Ik bleef geduldig wachten. Totdat ik een herkenbaar deuntje te horen kreeg: tuut tuut tuut tuut. Opgehangen.

Maargoed, zoals een echte held het betaamd, laat ik mij niet afschrikken door een domme telefoniste. De tweede keer dat ik belde, herkende ik direct haar stem. Zij kennelijk niet die van mij, wat best een teleurstelling was. Moest ik weer uitleggen wie ik wilde spreken, pff. Weer vroeg ik om de brandweer dus, en zei er bij dat het doorschakelen de vorige keer niet helemaal goed ging. Zonder sorry te zeggen zou ze me dan dooschakelen met de spoorwegpolitie.

Spoorwegpolitie?! Brandweer zei ik hoor!

Ok. Dan schakel ik U door!

En de telefooncentrale begon weer eventjes vreemde bliep geluidjes te maken. 

Het doorschakelen ging dit keer wel goed, ware het niet dat ik politie Hoorn aan de lijn kreeg, in plaats van brandweer Hoorn. Gelukkig is dat kennelijk 1 pot nat, want de telefoniste van de Politie had de melding al vaker gehad, dus zowel politie als brandweer wisten er vanaf. Deze mevrouw was wèl gelijk 1 oor, en wilde vanalles van me weten.

Per abuis dramatiseerde ik de boel nog even door mij te verspreken en te zeggen dat de boel bij een transformatorhuisje lag. Terwijl ik helemaal niet zeker wist of het wel een transformatorhuisje was? Het was een huisje, van steen, en zeker geen woonhuis. Maar of het ook zo gevaarlijk was? Misschien lagen er gewoon reservewielen voor de trein in opgeslagen, weet jij veel?! Maargoed, het klonk alsof ze nu in elk geval meer haast gingen maken.

Toch voelde ik mij best trots en voldaan toen ik tien minuten later (wat ik overigens nog best lang vond, voor een melding die ze al hadden gehad!) de sirenes voorbij hoorde komen. De switch die ik had gekocht lag ontdaan van omhulsel naast me op de bank (switches zijn verder vrij saai om te bekijken), en het gevecht met de verpakking van de koptelefoon was ik nèt begonnen.

Kort daarna hoorde ik politie sirenes.

Maar ik ben nog stééds niet terug gebeld. 

Nieuwe keuken

Dat de jongens van Ursem tof zijn! Zo! Want wij hadden dus leuk een vaatwasser op de kop weten te tikken, maar toen er ook een koelkast en gasfornuis bijkwamen, was het eigenlijk vol in de keuken. Of althans, aan de kant waar stroom, water, gas en afvoer te vinden was. De kant waar je een koelkast, gasfornuis en vaatwasser moet plaatsen dus, zeg maar. Onze keuken was duidelijk niet voorbereid op nieuwerwetse fratsen als vaatwassers. Geen wonder dat niemand dit huis zomaar wilde hebben.

Er brak bij mij een lichte paniek uit. Mijke vond het wel best, als ze maar genoeg kastjes had. Dat kleine beetje wassen we wel met de hand af. Ik daarentegen kwam al heel snel tot te conclusie dat we 1 kastje moesten weglaten, en de vaatwasser er dan onder moesten zetten. En nu maar hopen dat de werklui dat effe konden goggelen voor me.

Gelukkig zijn het toffe jongens bij Ursem (had ik dat al gezegd), en gingen ze zelfs aansluitmateriaal voor me halen, en sloten het ding aan. Keurig netjes afgewerkt, voor in hoeverre je een niet-inbouw vaatwasser keurig kunt inbouwen natuurlijk. U raad het al, ik ben super blij!

Nieuwe keuken!

Het kastje dat we over hebben, zetten we gewoon aan de overkant neer van de keuken, met een extra lang blad er overheen. Hebben we ook gelijk een bestemming gevonden voor die blinde muur.

Dus aan het eind van de middag even naar de gamma om knutselspullen te maken, en dan zal ik eens effe laten zien dat ik ook heus wel een dingetje in elkaar kan zetten.

Tot slot ook nog effe nagevraagd wat we met die deurklink in de douche aanmoeten, aangezien die niet meer past omdat we nieuwe hadden gehaald. De Ursemmer deden van schroeverdeschroef en voor ik met mijn ogen kon knipperen zat er een nieuw slot in, waar de nieuwe plaatjes dus wèl op pasten. De nieuwe plaatjes waren dus wel goed, maar het slot dat erin zat niet (meer).

Als nu nog eventjes de mannetjes van het glas komen om her en der wat dubbelglas te plaatsen en vervangen, dan zijn alle bouwvakkersklussen wel achter de rug geloof ik. De rest van de klusjes zullen we zelf moeten doen ben ik bang.

Beter een goede buur …

Hoewel mijn buurman het daar nog niet mee eens zal zijn, vrees ik. Koninginnedag was enorm gezellig. We begonnen met een biertje bij ons thuis, en toen het enorm gezellig werd, besloten we naar de stad te gaan. We kwamen erachter dat het 20 minuten lopen is naar het stamcafé, een achteruitgang van ruim 10 minuten ten opzichte van onze vorige woning.

Terwijl onze visite ging eten, bleven Mijke en ik over met onze Swaf vriendjes en vriendinnetjes. Waarom zou je eten? We hebben nog geen honger. Hops, laten we nog een biertje nemen, hahaha! Al met al hebben we dat best een tijdje volgehouden. De terugweg was lang maar ontnuchterend. Moe maar voldaan ging ik naar bed, vrezend voor de nauwe mijter bij vroege dauw.

De volgende dag hadden we een kermisborrel in Hoogkarspel. Samen met wat collega's met de trein die kant op. De kater was nog niet op z'n hoogtepunt, maar als ik niet snel zou ingrijpen, zou dit weer zo'n dag worden. Toen we aankwamen op Hoogkarspel, begon het te regenen. De regen ging over in hagel. En ineens hield het op.

We spurten naar de kermisborrelplek, en we dronken daar een biertje. Nèt op tijd. Ik had drie biertjes nodig om de kater te sussen. De rest van de middag stond voornamelijk in het teken van biertjes drinken. En toen we naar huis gingen, moesten we eerst nog even langs het plaatselijke dorpscafé, om een biertje te drinken. Eenmaal in Hoorn, zou ik eigenlijk ook nog een biertje drinken, geloof ik, maar dat ging uiteindelijk toch niet door. Ik zocht mijn sleutel, stak hem in het slot, verloor de sleutel, vond de sleutel, stak hem nog eens in het slot, herhaalde dat een paar maal, en vertrok toen in een perfecte sinus naar huis.

Dit keer was de weg naar huis lang, maar niet zo ontnuchterend als de dag ervoor. En zo kon het gebeuren dat mijn sleutel van de schuur ineens niet meer paste. En ik wist heel zeker dat ik de goede sleutel had. Voor de zekerheid probeerde ik nog wat andere sleutels. Na een minuut of 20 begon het me aardig te vervelen. Een sleutel in het gat krijgen is een behoorlijk inspannend en precies karweitje.

Na een half uur sleutels proberen besloot ik dat het wel welletjes was. Mijke zou er niet blij mee zijn, maar ja, ik wou toch ook wel eens slapen. Ik belde aan. Door de gordijnen heen probeerde ik te zien of Mijke al naar beneden kwam, of dat ik nog eens moest aanbellen.

Ho es!

Gordijnen? Wij hebben toch nog helemaal geen gordijnen?

Binnen verrassend rap tempo kwam ik erachter dat de buren wèl gordijnen hebben. Ik schrok me rot, rende naar m'n eigen huis, en zodra ik de deur open had, rende ik naar binnen. Het was een reflex, denk ik. Zie je wel dat de sleutel goed was!

Mijke kwam inmiddels naar beneden van het kabaal, en heeft zich geloof ik nog verontschuldigd voor mijn gedrag. Ik stond al boven op de trap, mijn ogen uit mijn kop te schamen. Gauw gaan slapen, misschien is het een nachtmerrie, en is morgen alles anders. Nog vlák voor ik slapend mijn kussen raakte, mompelde ik dat ik morgen wel een bosje bloemen zou brengen.

De volgende morgen was er weinig veranderd. Het was geen nachtmerrie, het hele voorval voelde nu nog onprettiger. Bovendien moest ik naar mijn werk. De hele dag voelde ik me schuldig, en speelde ik in mijn hoofd af wat ik zou zeggen, als ik aan de deur stond, verscholen achter een flinke bos bloemen.

De buurvrouw was gelukkig niet zo boos.

Opgelucht droop ik af, met de staart tussen mijn benen, en begon aan mijn cold turkey afkickperiode.

© 2024 Rolandow.COM

Theme by Anders NorenUp ↑