Vandaag besloot ik niet via het sportcentrum te gaan, maar langs de provinciale weg te blijven fietsen naar huis. Ter hoogte van het fietspad waar ik was uitgekomen als ik wèl via het sportcentrum was gefietst, viel me iets op aan de overkant. Rook. Vuurtje. Nouja, vuur eigenlijk best wel. Ik keek dat zo eens aan en dacht: dat kon nog wel eens een beste fik worden, met al die bomen er omheen! Er was hout tegen een stenen huisje aan gegooid/gestapeld, en dat stond nu aardig in de fik. Leek me bepaald geen plaats voor een boer om zijn vuil te verbranden.

Om het huisje stonden allemaal verse (geen heel oude), vrij grote bomen. De auto's reden er pal langs. Opzich was het vrij nat, dus ik schatte dat het nog wel eventjes zou duren voor de hele boel in lichterlaaie stond, maar toch besloot ik direct 112 te bellen. Het verhaal van de kerktoren waar dat museum in zat, waarbij iedereen dacht: er zal toch wel iemand gebeld hebben? stond mij nog vers in het geheugen.

Helaas voor u was de sensatiezoeker nog niet in mijn ontwaakt, want pas toen ik mijn fiets de schuur in reed bedacht ik me dat ik best even een foto had kunnen maken. Of filmpje. En misschien even wachten tot de brandweer er was? Konden ze me gelijk een interviewtje afnemen. En een foto, voor de voorpagina van het NHD. Sja, ik ben er dan toch. Maar niet dus, ik bedacht me dat toen ik alweer thuis was.

Bovendien had ik net een nieuwe koptelefoon gekocht, en een nieuwe switch, die ik als de sodemieter moest uitproberen. En ik had al best honger, want doordat ik de stad was ingeweest, was het al laat! 

Maargoed, het telefoonnummer van de brandweer had ik niet zo snel bij de hand, toen ik eenmaal besloten had de held uit te gaan hangen. Dus ik bel 112. Daar is het toch voor?

Ik bel op en verwacht een geruststellend, alleraardigst jongedame, liefst met zwoele stem, aan de andere kant van de lijn. Zo 1 die na een paar woorden al weet waar ze mee te maken heeft. De redder van de stad dus, in dit geval. Kalm en duidelijk, zoals echte helden dat doen, zei ik dat ik de commandant van Brandweer Hoorn graag zou spreken. Ze zou me doorverbinden.

Het doorverbind deuntje klonk me al vrij vreemd in de oren. Maargoed, nu bel ik tegenwoordig wel vaker met moderne telefooncentrales die rare geluidjes maken, dus wie weet was dit normaal. Ik bleef geduldig wachten. Totdat ik een herkenbaar deuntje te horen kreeg: tuut tuut tuut tuut. Opgehangen.

Maargoed, zoals een echte held het betaamd, laat ik mij niet afschrikken door een domme telefoniste. De tweede keer dat ik belde, herkende ik direct haar stem. Zij kennelijk niet die van mij, wat best een teleurstelling was. Moest ik weer uitleggen wie ik wilde spreken, pff. Weer vroeg ik om de brandweer dus, en zei er bij dat het doorschakelen de vorige keer niet helemaal goed ging. Zonder sorry te zeggen zou ze me dan dooschakelen met de spoorwegpolitie.

Spoorwegpolitie?! Brandweer zei ik hoor!

Ok. Dan schakel ik U door!

En de telefooncentrale begon weer eventjes vreemde bliep geluidjes te maken. 

Het doorschakelen ging dit keer wel goed, ware het niet dat ik politie Hoorn aan de lijn kreeg, in plaats van brandweer Hoorn. Gelukkig is dat kennelijk 1 pot nat, want de telefoniste van de Politie had de melding al vaker gehad, dus zowel politie als brandweer wisten er vanaf. Deze mevrouw was wèl gelijk 1 oor, en wilde vanalles van me weten.

Per abuis dramatiseerde ik de boel nog even door mij te verspreken en te zeggen dat de boel bij een transformatorhuisje lag. Terwijl ik helemaal niet zeker wist of het wel een transformatorhuisje was? Het was een huisje, van steen, en zeker geen woonhuis. Maar of het ook zo gevaarlijk was? Misschien lagen er gewoon reservewielen voor de trein in opgeslagen, weet jij veel?! Maargoed, het klonk alsof ze nu in elk geval meer haast gingen maken.

Toch voelde ik mij best trots en voldaan toen ik tien minuten later (wat ik overigens nog best lang vond, voor een melding die ze al hadden gehad!) de sirenes voorbij hoorde komen. De switch die ik had gekocht lag ontdaan van omhulsel naast me op de bank (switches zijn verder vrij saai om te bekijken), en het gevecht met de verpakking van de koptelefoon was ik nèt begonnen.

Kort daarna hoorde ik politie sirenes.

Maar ik ben nog stééds niet terug gebeld.