Hoewel mijn buurman het daar nog niet mee eens zal zijn, vrees ik. Koninginnedag was enorm gezellig. We begonnen met een biertje bij ons thuis, en toen het enorm gezellig werd, besloten we naar de stad te gaan. We kwamen erachter dat het 20 minuten lopen is naar het stamcafé, een achteruitgang van ruim 10 minuten ten opzichte van onze vorige woning.

Terwijl onze visite ging eten, bleven Mijke en ik over met onze Swaf vriendjes en vriendinnetjes. Waarom zou je eten? We hebben nog geen honger. Hops, laten we nog een biertje nemen, hahaha! Al met al hebben we dat best een tijdje volgehouden. De terugweg was lang maar ontnuchterend. Moe maar voldaan ging ik naar bed, vrezend voor de nauwe mijter bij vroege dauw.

De volgende dag hadden we een kermisborrel in Hoogkarspel. Samen met wat collega's met de trein die kant op. De kater was nog niet op z'n hoogtepunt, maar als ik niet snel zou ingrijpen, zou dit weer zo'n dag worden. Toen we aankwamen op Hoogkarspel, begon het te regenen. De regen ging over in hagel. En ineens hield het op.

We spurten naar de kermisborrelplek, en we dronken daar een biertje. Nèt op tijd. Ik had drie biertjes nodig om de kater te sussen. De rest van de middag stond voornamelijk in het teken van biertjes drinken. En toen we naar huis gingen, moesten we eerst nog even langs het plaatselijke dorpscafé, om een biertje te drinken. Eenmaal in Hoorn, zou ik eigenlijk ook nog een biertje drinken, geloof ik, maar dat ging uiteindelijk toch niet door. Ik zocht mijn sleutel, stak hem in het slot, verloor de sleutel, vond de sleutel, stak hem nog eens in het slot, herhaalde dat een paar maal, en vertrok toen in een perfecte sinus naar huis.

Dit keer was de weg naar huis lang, maar niet zo ontnuchterend als de dag ervoor. En zo kon het gebeuren dat mijn sleutel van de schuur ineens niet meer paste. En ik wist heel zeker dat ik de goede sleutel had. Voor de zekerheid probeerde ik nog wat andere sleutels. Na een minuut of 20 begon het me aardig te vervelen. Een sleutel in het gat krijgen is een behoorlijk inspannend en precies karweitje.

Na een half uur sleutels proberen besloot ik dat het wel welletjes was. Mijke zou er niet blij mee zijn, maar ja, ik wou toch ook wel eens slapen. Ik belde aan. Door de gordijnen heen probeerde ik te zien of Mijke al naar beneden kwam, of dat ik nog eens moest aanbellen.

Ho es!

Gordijnen? Wij hebben toch nog helemaal geen gordijnen?

Binnen verrassend rap tempo kwam ik erachter dat de buren wèl gordijnen hebben. Ik schrok me rot, rende naar m'n eigen huis, en zodra ik de deur open had, rende ik naar binnen. Het was een reflex, denk ik. Zie je wel dat de sleutel goed was!

Mijke kwam inmiddels naar beneden van het kabaal, en heeft zich geloof ik nog verontschuldigd voor mijn gedrag. Ik stond al boven op de trap, mijn ogen uit mijn kop te schamen. Gauw gaan slapen, misschien is het een nachtmerrie, en is morgen alles anders. Nog vlák voor ik slapend mijn kussen raakte, mompelde ik dat ik morgen wel een bosje bloemen zou brengen.

De volgende morgen was er weinig veranderd. Het was geen nachtmerrie, het hele voorval voelde nu nog onprettiger. Bovendien moest ik naar mijn werk. De hele dag voelde ik me schuldig, en speelde ik in mijn hoofd af wat ik zou zeggen, als ik aan de deur stond, verscholen achter een flinke bos bloemen.

De buurvrouw was gelukkig niet zo boos.

Opgelucht droop ik af, met de staart tussen mijn benen, en begon aan mijn cold turkey afkickperiode.