Koffie met thee is minder lekker

André bedankt

We gingen toch maar even kijken bij het laatste concert van André. Hoewel hij wel aanwezig zou zijn, zou hij niet zingen. Nooit meer.

De ceremonie was indrukwekkend, en een beetje raar tegelijkertijd. Er hing inderdaad, zoals ik op tv al gehoord had, een feestelijke stemming. Er werd olé olé gejoeld, en André bedankt, en You Never Walk Alone. Dat is sowieso indrukwekkend in een stadion, zoveel kelen die (ongeveer) hetzelfde zingen.

Toen de kist van André naar de middenstip werd gebracht bleek het echter moeilijk om wat respect op te brengen en stil te zijn. Telkens waren er mensen die er wat doorheen moesten roepen. De eerste keer “Biertje?” werd, om mij onbekende reden, ontvangen met een applaus van het publiek.

Bij de tweede keer “Biertje?” kwam er “Hou je bek homo!” uit een andere hoek. Steeds meer mensen begonnen zich te ergeren aan de mensen die er doorheen moesten gillen. Om de 10 tot 15 seconden barste het stadion weer uit in een daverend applaus.

De speecher waren indrukwekkend. Ik vond ze eigenlijk allemaal goed. Niet teveel politiek gezwetst, maar naar mijn idee kwam er echt wel gevoel uit bij de speeches. Die van Barend, die van Paul. De muziek vond ik ook goed, hoewel Blof misschien beter één nummertje van André had kunnen doen.

Aan de andere kant, André vond de groep goed om wie ze waren. Wees maar gewoon jezelf, dan is het al gek genoeg. Kan ik me ook wel weer voorstellen van die nuchtere Zeeuwen.

De producers van André kwamen met een mooie anekdote. André had een tekst voor een nieuw lied bedacht: “Ik kwam je tegen op het perron. Ik wou dan ik je kon”. Dat is geen Nederlands André, probeerden ze nog. Maar hij vond van wel. Was gewoon spreektaal. Discussie gesloten.

Paul de Leeuw wist het verhaal te vertellen dat André anderhalf uur in een kruiwagen had gezeten, verkleed als kabouter, om samen met Paul droomland te zingen.

Maar het moment waarop ik de meeste moeite had om mijn tranen de bedwingen, was toch wel het stukje van Dré, het jongste zoontje van André. Niet zo zeer omdat z’n speech zo goed was, maar vooral omdat zo’n klein kereltje hier even 50.000 man aan het toespreken was. Zonder te huilen. Ik vind het knap!

Het meest zieke van deze avond vond ik dat er een giro nummer werd gepresenteerd waarop men geld kon storten voor een standbeeld voor André. Kom op zeg, moet er nou weer een commercieel tintje gegeven worden aan de uitvaart van iemand? Zo van, alle ogen zijn nu op ons gericht, laten we het er nu even tussendoor gooien? Beetje respectloos in mijn ogen.

En niet even noemen, nee, uitgebreid op het scherm laten zien, en nog even 10 min. doorkletsen, dat we ook konden telebankieren, maar niet nu direct van de rekening was nog niet open. Zoiets.

Belachelijk. Echt belachelijk. Okay, misschien dat de echte fans graag hun steentje willen bijdragen aan het standbeeld. Dat ze het idee willen hebben dat het hun standbeeld is. Maar het lijkt mij dat die mensen toch ook wel bereikbaar zijn via de fanclub, via de post, via de website, via de e-mail, of des noods via een apart stukje televisie op een later moment.

De goede man ligt nog niet eens onder de grond of er moet al geld worden ingezameld voor een standbeeld. Alsof de famillie en de platenmaatschappij zelf niet genoeg centen hebben om zo’n ding neer te zetten.

Nee, hier zakte mijn broek wel een beetje van af.

Toen kwam ongeveer het moment dat ik me bedacht dat ik mijn handschoenen op mijn motor had laten liggen. Hoogstwaarschijnlijk. Heel misschien had ik ze in mijn helm gepropt, die ik aan mijn motor had vastgemaakt, maar waarschijnlijk lagen ze gewoon op de tank.

Het meeste was nu ook wel voorbij, er werd hierna een ere rondje door de ArenA gelopen, en dan zou er nog iets indrukwekkends op scherm worden getoond. Waarschijnlijk de allergrootste tranentrekker, momenten uit André’s leven. Liever ging ik vast naar huis om de drukte voor te zijn, om nog enigsinds op tijd thuis te zijn, en om van de twijfel met betrekking tot handschoenen af te zijn.

Zij gelooft in mij werd ingezet. Het lievelingsnummer (uit het Hazes repertoire dan) van Mijke. Dus we bleven nog even staan om dit nummer uit te luisteren. Daarna vertrokken we.

Mijn handschoenen lagen inderdaad op de tank. En daar lagen ze nog steeds. Wie denkt dat alles wat er los en vast zit gejat wordt in Amsterdam, komt dus bedrogen uit.

Wij hebben het niet zo zwaar gehad als de drie jongens rechts voor mij. Getooid in Hazes shirts en sjawls en een Hazes hoed op hun kop hebben ze de grootste deel van de tijd gehuild om het verlies van hun held.

Maar ook voor ons was het zeer indrukwekkend, en waren we blij dat we even heen geweest zijn.

André bedankt.

1 Comment

  1. Y.....

    Wat kan zo’n klein landje toch groot zijn en wat kunnen grote kerels toch klein zijn…
    Ik vond het schitterend.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

© 2024 Rolandow.COM

Theme by Anders NorenUp ↑