
Dankzij de telefoon. Toch wel handig.
Koffie met thee is minder lekker
Misschien had ik toch een camera mee moeten nemen. Want foto’s zijn leuk. Dus, ik zal hem weer wat vaker proberen te gebruiken.
Maargoed. Het begon allemaal op vrijdag. Half negen (geloof ik) de trein naar Amsterdam. Verzamelen bij een Irish pub. Eigenlijk zaten we wel prima daar, althans, vier van ons. De barhangers.
De rest wilde liever door naar het Leidsche plein. En aangezien er daar meer partners in crime waren, moest het er dan toch maar van komen.
De overvolle tram in, en gas maar. En inderdaad, er waren meer Hauwerters aangewezig.
We besloten te potten. En dat was een dom besluit. Potten op het Leideplein met 12 man is onhandig, zeer onhandig. De meneer met de pot was na één rondje naar binnen vertrokken, terwijl een groot deel nog buiten stond.
Iemand haalde een deel van de pot en droeg die over naar mij. Dat is voor mij opzich best gunstig, maar het was nog steeds niet handig. Ik wist al helemáál niet wie er mee deden.
Nouja, zo snel mogelijk die pot er doorheen jassen dan maar, dan zijn we daar ook vanaf. Kan iedereen weer voor zich rondjes halen. Wel zo handig.
Een paar biertjes later hoorde ik “Roland, we gaan naar de Cave!” roepen. De meeste mensen vinden dat maar niks. Een donker hol, vol met hardrockers.
Ik vond het geweldig. De airco staat er flink te brullen, dus je kunt tenminste volop headbangen.
En zo stond ik daar een uur, of twee misschien, met z’n vieren in totaal. Biertjes drinken. Headbangen. En na verloop van tijd weer terug naar het Leidseplein. Hier bleek een deel al naar huis te zijn.
Dan gaan wij ook maar. We hadden bedacht dat we wel met de nachtbus konden. En dat kon ook. Alleen waren er meer mensen die dat bedacht hadden.
Het was nogal druk. Het inladen van mensen duurde zo lang, dat we volgens mij op een bepaald moment mensen aan het laden waren die de bus anders vet gemist hadden. Dus het stroomde maar vol, en voller, en wij zaten maar te wachten tot we eindelijk vertrokken.
Ik had inmiddels mijn Nokia koptelefoontje gevonden, en sloot me af voor de herrie en bende om me heen. Beetje radio luisteren, en op een bepaald moment was ik volledig vertrokken, naar dromenland.
Dat was wel even fijn. We landden in Hoorn, en om half zes waren we thuis.
De volgende dag, Koninginnedag zelf, begon wat later. Kwart voor twee was ik bij de kroeg, waar ik maar even zou kunnen blijven. Ik moest namelijk die middag alweer optreden in Scheveningen, voor de Staatsloterij show.
Balen natuurlijk. Want net als het flink gezellig wordt, moet je weer weg. Half vier vertrok ik richting huis, bevoorraad met 3 blikjes bier.
Scheveningen was wel aardig. Het was rustig op de boulevard, vond ik, maar het was lekker weer, dus dat maakte een hoop goed. En toch wel een keer leuk om mee te maken, zo’n uitzending.
Om een uur of half 1 of 1 waren we terug, en deden we nog wat biertjes in ons oefen gebouw. Dat ging met een rap tempo. Onze nieuwe grote trommist kan niet alleen pittig slaan, maar ook pittig achterover slaan. Goede kandidaat dus.
Toch vond ik het nog nodig om even in Swaf te kijken. Nagenoeg iedereen was al naar huis, en ik hield het eigenlijk ook niet lang meer uit.
Sja.. eigenlijk een saai verhaal zo huh? Het was een aaneenschakeling van biertjes drinken, en gisteren natuurlijk een kater. Niet zo’n beetje ook.
“Gelukkig” mogen we straks weer squashen. De afval er uitzweten.
Jippie.
Gisteravond naar Acda en de Munnik dus. Mijke zou bij haar broer in Amsterdam blijven slapen, omdat dat voor haar werktechnisch wat gunstiger uitkwam. De afweging tussen 45 minuten trein, of 5 minuten fietsen, in de ochtend.
Ik besloot op de motor te gaan. Dat zou sneller zijn, en dan kon ik thuis nog effe gauw wat eten. Bovendien hoefde ik op de terugweg niet te wachten op treinen waarvan ze niet zeker weten of ie komt. Maar da’s ook goed.
Na heel wat ge-emmer met mijn nieuwe slot (hoe krijg je dat slot op een veilige manier aan je motor, zonder dat hij tussen je wiel kan komen?) kon ik hem dan eindelijk starten. Dat ging, zoals wel vaker, een beetje moeizaam.
Als je niet elke dag rijdt, dan, sja, dan wordt hij koud denk ik ofzo. En dan heeft hij dus meer moeite met starten. Langzaam aan hoor je dat hij warmer wordt, en soepeler begint te lopen.
Soms moet je zo lang de start knop inhouden, dat het gevolg is dat hij een beetje verzopen is. De eerste kilometer is dan een beetje onbehouden, horten en stoten, maar uiteindelijk komt het altijd goed.
Dit keer klonk het allemaal wel èrg bar. Maarja, wat kon er aan de hand zijn? Alles was immers pas geleden nog gemaakt en gecontroleerd. Dus dacht ik, dat ook dit keer er waarschijnlijk iets verzopen was.
Op de snelweg kwam ik er achter dat ik nogal wat vermogen miste. Ik kwam niet boven de 120 km/h. Opzich wel veilig, maar dan is er toch wel iets mis. Nog steeds hoopte ik dat er ergens iets behoorlijk verstopt was wat er uit moest knallen. Had ik vroeger met m’n brommertje ook.
Voor de bocht in Purmerend begon ik te twijfelen. Het zal toch niet? Hoe zou hij nou op drie cylinders kunnen lopen? Na de bocht toch maar de vluchtstrook op en effe kijken.
Het rechter bougiedoppie bungelde er hopeloos bij. Het rechterdoppie. Godverdomme. Waarom had ik daar niet eerder gekeken? Wat een stomme sukkel was ik ook. Maar al snel besloot ik dat motorluisteren niet mijn vak was, evenals repareren, en dat ik dit dus niet meteen had kunnen bedenken.
Een gevoel van intense woede maakte zich van mij meester. Intense woede, wat snel overging in intens verdriet, en weer terug naar intense woede. Zo’n dopje vliegt er niet zomaar af. Je kunt er niet achter blijven haken. Dat dopje, is er doelbewust afgehaald door iemand.
De buurman deed al zo vreemd, vond ik. Toen ik bezig was met mijn slot kwam hij naar me toe: Zo, dus jij rijdt hier wel eens op? Natuurlijk rij ik hierop, dacht ik, waarom zou ik anders mijn helm meehebben en de sloten aan het loshalen zijn?
Aha, ja, dus jij rijdt hierop zei hij nogmaals, alsof hij het niet geloven kon. Dat hij dacht dat iemand hem hier achter had gelaten, en vergeten was dat hij hier stond. Maargoed, ik reed er dus op.
Juist. Vreemde vogel.
Maar ik zie dat mijn plekje vrij is, dus ik verplaats de auto effe, sloot hij af. En hij zette zijn auto 1 meter verderop neer, op de hoek bij ons huis. Vreemd, vond ik het allemaal.
Aan deze buurman moest ik nu denken, terwijl ik op de vluchtstrook het dopje terug drukte op zijn plaats. Zou hij jaloers zijn op mijn pakeerplek? Ik had gevraagd of de motor in de weg stond, en daar antwoordde hij op dat het een prima plek was.
Ik werd weer verdrietig. Moeten mensen dan net zo lang doorgaan, totdat je het niet meer ziet zitten, en je motor van ellende verkoopt? Of moet het zo ver komen dat de motor vastloopt, en je midden op de snelweg ineens stil staat? Levensgevaarlijk.
Of kan ik over 2 week plotseling niet meer remmen, omdat mensen effe een geintje uithalen? Is het wel een geintje? Of is het een kwestie van wegpesten? Jaloerse buurtbewoners die op deze manier duidelijk willen maken dat de motor op die plek niet gewenst is?
Het verdriet maakte weer plaats voor woede. Ik zou elke avond om het uur gaan kijken of het dopje er weer afgehaald werd. En als ik dan het tijdstip zou weten, dan zou ik om het hoekje gaan posten. Met een lode pijp.
En als diegene dan met z’n achterbakse lachje aankomt en mijn dopje er aftrekt, dan zal het volgende dat hij ziet alleen nog maar sterretjes zijn. Hij zal naast een bloemenbak wakker worden, drie dagen later, en merken dat hij sommige delen van zijn lichaam niet meer kan bewegen.
Sja, gevoelig plekje hè, die nek? Had je maar met je poten van andermans spullen moeten afblijven.
Okay, de nek zou misschien wat te heftig zijn. Z’n onderrug dan. Loeihard een ram op z’n nieren. Zodat hij van pijn ineen krimpt op de straat. Daarna zou ik hem nog wat in zijn zij schoppen. Misschien zou ik roepen dat het een hufter is, maar dan riskeer ik dat er buren en politie en bewijs tegen mij is. Misschien zou ik gewoon stil blijven, en afdruipen.
Zou men kunnen bewijzen dat ik het was?
Of de motor onder 220V zetten. Nee, dat zou teveel gedoe zijn, waar haal je stroom vandaan?
Dat dopje insmeren dan. Met een heel giftig goedje. Dat als de dader daarna even aan zijn neus zit, of in zijn ogen wrijft, hij gelijk voor de rest van z’n leven gehandicapt is. Of misschien dringt het goedje wel direct door de huid heen, en sterft hij een half uurtje later. Net goed.
Mezelf kennende zou ik echter na verloop van tijd vergeten dat ik het goedje erop gesmeerd heb. Breng je je motor naar de garage, of de motordokter, en dan overlijdt de verkeerde persoon. Geen goed plan dus.
Het verdriet kwam weer terug. Posten in de steeg tot er iemand komt, get real. Diegene zal wel drie keer om zich heen kijken, en misschien was het toch wel gewoon een geintje van een dronkelap? Ik zag mezelf dagen achter elkaar in de steeg staan, zonder resultaat. Een paar uur slaap per dag pakken, ontslagen worden. Nee, erg realistisch was dit plan ook weer niet.
En mocht diegene inderdaad aan je motor zitten, zou je dan werkelijk het lef hebben om er meteen op los te slaan? Net als die keer dat die jongen tegen je voordeur stond te pissen, en je alleen maar “Vind je dat normaal?” uit kon brengen. Pas toen ik eenmaal binnen was, vond ik dat ik er best meer werk van had kunnen maken.
Mijn gedachten raasde nog een aantal km zo door. Verdriet, woede, verdriet, woede. Motor wegdoen en deze emoties nooit meer hebben? Of toch hopen dat je diegene ooit eens grijpt? Kutzooi. Laat het gaan, die woede. Vanavond een leuke avond, vanavond naar Carré.
Wat schiet je ermee op om opgefokt aan te komen? Ook niet erg leuk voor Mijke.
Ik probeerde het te laten gaan. Maar nog steeds baal ik er van. Flink. Machteloos gevoel.
Voortaan eerst maar wat belangrijke onderdelen checken. Kijken of alle dopjes op zijn plaats zitten, en of de remmen het doen. Of er geen kauwgum in m’n uitlaat is gepropt, en of mijn banden niet leeg zijn.
Vanochtend bedacht ik me ook weer het verschil tussen Hoorn en Amsterdam. Typisch.
Hoorn:
– Knipperlichten stuk getrapt in afgesloten schuur.
– Spiegels verdraaid in afgesloten schuur.
– Banden leeg laten lopen in afgesloten schuur.
– Bougiedop losgetrokken in “nette” steeg.
Amsterdam:
– Briefje van de buurman. Welkom in je nieuwe huis, maar zou je de motor niet meer pal onder mijn raam kunnen plaatsen, aangezien ik pas een uur later op hoef te staan? Bedankt.
Wie durft er nog te beweren dat het in Amsterdam zo crimineel en slecht is?
Mensen moeten gewoon met hun poten van andermans spullen afblijven. Is dat nou zo moeilijk?
Koffie wordt hier op kantoor net als bier gedronken.
Als je vraagt of er iemand nog koffie wil, zèggen ze wel ja, maar dikwijls hebben ze dan nog een halve mok vol.
Hopen dat er geen brand uitbreekt o.i.d., want ik had begrepen dat ze dát nog niet helemaal voor elkaar hebben.
© 2025 Rolandow.COM
Theme by Anders Noren — Up ↑