Naar aanleiding van het bercht op GeenStijl over een auto alarm dat al uren staat te loeien, moest ik toch even denken aan vroagah. Toen zelf nog in de GhettoWaal woonde. Nu heeft de Bijlmer misschien de naam om een ghetto te zijn, maar in onze eigen ghetto konden we er ook wat van. Onze  oplossing was toch iets assertiever, vind ik.

Onze nachtrust werd ook verstoord door een auto die enorm hard aan het loeien was aan het eind van de straat. Uit mijn raam kijkend zag ik de buurman ook al in ochtendjas naar buiten komen. Spanning en sensatie! Dus ik liep ook naar buiten, beetje kijken wat er aan gedaan zou kunnen worden. Al gauw had de kamerjas buurman zijn breekijzer tevoorschijn gehaald, en begon hiermee de motorkap te forceren. Uit moest dat ding, en snel ook!

Inmiddels had er kennelijk iemand al de politie gebeld, die aan kwam rijden. Gelukkig zagen we die net op tijd aankomen, waarop de buurman zijn breekijzer nog net op tijd kon wegstoppen.

Aan de hand van het kenteken werd uitgezocht wèlke buurman het was. Deze bleek in diepe diepe rust. Na vele malen aanbellen kwam hij, duidelijk geirriteerd, uit het raam hangen wat er allemaal aan de hand was. Sja, als men je uit je bed belt, is dat natuurlijk alle reden om kwaad of geirriteerd te zijn.

Maar na een uurtje stond het alarm in elk geval wel uit.