Koffie met thee is minder lekker

Kogel door de kerk (slot)

Toen ik een jaar of twaalf was, riep een vriend van me op een bepaald moment dat hij wel op drumles wilde. Iets waar ik stiekem al jaren van droomde, geloof ik. We zaten allebei op de Amiga club, en ik was eigenlijk best wel nerd.

De moeder van het vriendje had dit soort impulsieve ingevingen al eerder meegemaakt. Zo had de vriend al eens piano les, gitaar les, en nog wat van die dingen gedaan. Allemaal knetter duur, en er moest natuurlijk ook een instrument komen om op te oefenen. Mijn vader kwam met een creatieve oplossing, waarvan hij waarschijnlijk dacht dat het zo erg zou afschrikken, dat wij onze drum ambities spontaan zouden vergeten. Hij stelde voor om eens te beginnen op de showband. Om daar te leren trommelen, en de theoretische kennis op te doen (noten lezen, dat soort werk).

Het idee om in mars formatie, allemaal in hetzelfde pakkie, op straat rond te moeten lopen vond ik verschrikkelijk. Maar gelukkig moest je eerst een behoorlijke tijd oefenen voor je mee mocht lopen op straat. We werden lid, en mijn vriend was na 2 maanden alweer lid-af.

Ik begrijp nog steeds niet waarom, maar ik ging door. Af en toe oefende ik zelfs thuis, en langzaam maar zeker kreeg ik die twee houtjes aardig onder de knie. Tot mijn instructeur op een dag zei dat ik wel klaar was om mee te spelen op straat. Hier schrok ik zo van, dat ik meteen te kennen gaf dat ik wilde stoppen.

Dit hield ik een paar weken vol, maar die avond die ik normaal repeteerde was toch wel behoorlijk leeg ineens, en dus besloot ik nog maar even vol te houden.
De eerste keer met de hele band repeteren weet ik nog goed. Het geluid was overweldigend. Het was overal, het was hard, en daardoor was het eigenlijk wel machtig mooi. Onze showband had niet een al te hoog niveau, maar wist ik veel. Na een tijdje begon het volume te wennen, en was ik in staat om met meerdere tamboers mee te spelen met de muziek. Onvermijdelijk kwam ook het moment dat ik een pak aangemeten kreeg, en op straat mee moest. Meelopen op straat leerde je doorgaans door gewoon maar mee te gaan, tijdens een wijk optreden, en dan hoorde je iemand achter je vanzelf wel keihard "LINKS, LINKS, LINKS" roepen, precies op het tempo dat je je rechtervoet neerzette. Even een sprongetje maken, en het geschreeuw hield op. Maar nooit voor lang.

Toen ik een jaar of 14 was, gingen we op reis naar Kamp Bornhofen. Dat klinkt als een zwaar strafkamp, maar zo heette het plaatste in Duitsland nu eenmaal. Ik had inmiddels voorzichtig wat vriendjes gemaakt onder de slagwerkers, en ik zou dus mee gaan. In de brief die we van het bestuur kregen stond hoeveel het kostte (wat mijn vader moest betalen, vond ik), en hoeveel zakgeld we mee moesten nemen. Vijftien gulden, geloof ik.

De repetitie voor de dag dat we zouden vertrekken, sprak ik met Harold, die mij wist te vertellen dat ik een fles apfelcorn moest meenemen. Ik had in mijn leven nog geen druppel alcohol gedronken, en hield mij voornamelijk bezig met het schrijven van kleine basic programma's en het maken van multimedia dingetjes met DemoMaker Pro. Ik snapte er in elk geval geen hout van, wat hij nou bedoelde, en vertrok met de staart tussen de benen naar huis. Waar had ik me nou toch weer voor opgegeven?

Op de bewuste vertrekdag kwam ik de bus inlopen, en zocht zo snel als ik kon een plaatsje ergens in het midden van de bus. Ik had mij voorgenomen hier te gaan zitten, en hopen dat het hele gedoe zo snel mogelijk weer voorbij was. Harold zat achterin, samen met Willem en Peter die ik ook van het slagwerk kon. Er waren nog veel meer mensen bij, maar die kon ik niet. Ik sprak immers alleen met de tamboers. Wat ik mij herriner is dat de hele groep begon te schreeuwen dat ik achterin moest komen zitten, maar misschien waren het alleen de slagwerkers, of alleen Harold. Ik durfde niet zo goed, maar ben toch gegaan. Wat bleek: iedereen had een fles apfelcorn mee. En dus was de voorraad een stuk of 14 flessen.

Nog voor de motor van de tourincar goed en wel warm was, werd de eerste drop van de apfelcorn fles gedraaid. Ondanks dat ik niks bij me had, gunde men me toch een slokje. Goh, dat was net appelsap. Dat lust ik wel! De fles werd doorgegeven, en iedereen nam een slok. Toen we het parkeerterrein afreden was de eerste fles leeg.

Dit ritueel herhaalde zich bij elke fles, en voordat we de bordjes tegen kwamen dat we Hoorn uitreden, waren de eerste 7 flessen leeg. Bij elke laatste slok klonk een luid gejuich door ons. Voor we bij Amsterdam waren, was alles op. En dat was dan mijn ontmoeting met het gezelschap van de Nachthoorns. Ik voelde mij steeds beter, en zal waarschijnlijk praatjes voor tien gehad hebben. Als het ijs eenmaal gebroken is, zeg ik best wel wat.

Ik weet nog dat er ergens onderweg gestopt werd voor de plassers. Er werd bier ingeslagen, en ook hier mocht ik aan meedoen. Alleen moest ik wel Oranjeboom drinken, want dat was voor beginners. Achteraf bekeken was dit een hele slechte grap, want nu ik gevorderd ben weet ik dat Oranjeboom sowieso niet te zuipen is.

Toen we in Duitsland aankwamen rolde ik de bus uit, en was alles 1 grote waas. Ik vond het fantastisch, en stoer tegelijk, en wankelde van de ene kant van het feestplein naar de andere. Mijn vijftien gulden waren gauw op, maar gelukkig kon Harold me iets van 50 gulden bijlenen.

De volgende dag werd ik wakker en was ik fysiek niet in staat om te bewegen. Ik was ziek, misselijk, en besefte me nauwelijks dat het licht was buiten. Er stond een wandeling gepland die dag, maar ik was met geen kanon mijn bed uit te krijgen. Dit werd door de showband niet erg gewardeerd geloof ik, maar op dat moment kon niets me schelen. Ik zou nooit meer drinken.

Tegen de avond was ik redelijk in staat om weer wat rond te schuivelen, en ik deed geloof ik weer mee aan het programma. Ik heb me de rest van het weekend beperkt tot bier drinken, omdat ik anderen dit ook zag doen. Moest mogelijk zijn dus. Het ging niet van harte.

Dit was ook de eerste keer dat ik er achter kwam wie die groep nou eigenlijk was. Het waren de Nachthoorns. Ze traden op tuss de optredens van de showband door, op een podium, en brachten veel leukere muziek. Ze liepen niet in marsformatie, maar stonden gewoon, en bewogen allemaal zwingend mee. Hits uit de top40, en het klonk allemaal gewoon veel zwingender en minder statig. Geweldig was het, en de hele showband was fan van ze, leek wel. Jaloers keek ik toe. Mijn nieuwe vriendjes waren helden!

Toen er iemand van de Nachrhoorns naar huis moest wegens examens, vroeg Harold mij of ik wilde invallen. Hier werd ik behoorlijk mee overvallen, maar goed, ik wilde mijn kans best grijpen. Helaas leek het de andere leden van de Nachthoorns niet zo'n goed idee, aangezien ik nog nooit meegedaan werd. Logisch. Jammer de bammer, een Nachthoorn zul je dus mooi niet worden, dacht ik.

Wat ik niet wist is dat er wat onenigheid in de groep was onstaan. Verhoudingen onderling ofzo, anyways, maarliefst twee slagwerkers besloten om ermee te stoppen. Twee plekken kwamen er vrij, en wonder boven wonder werd ik gevraagd om die plek in te vullen. Trots als een pauw kwam ik de eerste repetitie, en leerde als eerst om alles wat ik bij de Showband geleerd had overboord te gooien.

Er was geen muziek op papier, ik moest met 1 hand grote trom spelen, en het moest vooral snel en strak. Juist. Uiteindelijk ben ik overgestapt op een percussie instrument -de bongo's-, omdat dit mij kennelijk wat meer lag.

Mijn eerste optreden bij de Nachthoorns was in een sporthal. Wij moesten in de pauze van een drumconcours spelen. Ik had inmiddels een paar weken geoefend op de bongo's, en hoewel ik zelf nog enigsinds twijfelde aan mijn kunnen, vond de rest dat ik niet zo moest zeiken en gewoon mee moest gaan. Bier drinken kon ik inmiddels aardig, en dat was ook wat waard.

Toen ik aankwam, zaterdagavond, bleek er iemand ziek te zijn of zoiets, dus er werd geruild. Roland, jij gaat op de bekkens.

O-Ké.

Nog nooit gedaan, maar gelukkig had ik inmiddels een klein beetje door hoe het er aan toe ging bij de Nachthoorns. Gewoon zelf je ding verzinnen, en zo lang je niet buiten de maat slaat, is het al gauw goed. Stijf van de zenuwen speelde ik mijn eerste set.

Vele, vele optredens volgden, en langzamerhand liet ik mijn nerd-leven achter me, en ontdekte ik wat het was om met vreemden te praten. Zomaar. Of mensen zomaar aan te spreken. We werden steeds meer artiesten, en in ons topjaar deden we 60 optredens. Ja, dat is meer dan 1 keer per week. En we repeteerden ook 1 keer per week, dus we zagen elkaar best vaak.

We kwamen op kleine verjaardagen, maar ook bij Ajax (hoewel ik daar niet bij kon zijn, damn), AZ, en later het worldcup schaatsen in Thialf. We kwamen op wedstrijden, en zaten meestal bij de eerste 3, qua winnaars. Het ging goed, dikke pret, mooi feest. Waarschijnlijk ben ik de eerste en laatste die op zijn tentamen Engels volledig in carnavals tenue verscheen. Wie plant tentamens dan ook tijdens carnaval? Want tijdens carnaval gingen we op tournee!

Na verloop van tijd werden de optredens van kleine verjaardagen en bruiloften wat minder interessant. Als je in een grote tent voor 1000 man heb gespeeld, is 50 man op een bruiloftje nu eenmaal niet zo bijzonder meer. Het werd steeds moeilijker om spontaan te blijven, en een goede set neer te zetten. Het werd steeds meer op de automatische piloot gespeeld, en hierdoor gingen er mensen eerder afzeggen, omdat ze bijvoorbeeld naar een verjaardag moesten.

Om dit sneeuwbal effect te stoppen werd er besloten om het roer om te gooien. Dit hadden ze tien jaar geleden ook al gedaan, vlak voordat ik er bij kwam, en dat was een hele goede zet geweest. We namen een jaar pauze, en wilden volledig vernieuwd en keihard terug komen. Nieuwe kleding, nieuwe muziek, en een spetterende show moest het worden.

Helaas bleek dit niet zo makkelijk als dat het bedacht was. Met name nieuwe muziek, die geschikt was voor onze bezetting en stijl, was moeilijk te vinden. Ondertussen deden we geen optredens meer, waardoor de klanditie hun heil bij andere kapellen zocht. Het aantal optredens daalde, wat in het begin prettig was, maar wat er later voor zorgde dat we alleen nog maar aan het repeteren waren, zonder dit daadwerkelijk uit te voeren.

Inmiddels stond mijn eigen leven ook niet meer stil. Ik was geen nerd meer, en kon vrij makkelijk vrienden maken met iedereen, zeker onder het genot van een biertje. Ik kreeg goede vrienden op school, vrienden in de kroeg, en bouwde langzaam aan mijn eigen leven op, naast de Nachthoorns.

Via bezoekers in Swaf -mijn stamcafé- kwam ik bij de vakantiespelen terrecht. Ik ging daar helemaal in m'n uppie heen, kende niemand, maar ik wist: met een biertje in de hand, vind ik daar vast wel iemand! En gelukkig viel ik met mijn neus in de boter. Ik leerde fantastische mensen kennen, en had er ineens een hele club vrienden bij. En niet te vergeten: een nieuw vriendinnetje.

Dat nieuwe vriendinnetje heb ik nu nog steeds, en kennen jullie als Mijke. Mijke heeft ook weer een boel vrienden. Ze groeide deels op in een dorp (kennen jullie als Hauwert), en ze heeft nog een hechte vriendengroep over gehouden aan school (kennen jullie als groep6). Allemaal stuk voor stuk fantastische mensen, waar ik graag mee omga, en graag bij ben.

Met de Nachthoorns ging het weer wat beter. We probeerden de spirit van vroegah er weer in te krijgen: de Nachthoorns voor alles! Alles hoort te wijken voor een optreden. Logisch, want anders kun je 80% van je optredens af zeggen. Van iedereen werd, terrecht, een 200% inzet verwacht.

Door mijn persoonlijke situatie, namelijk dat Mijke en ik een behoorlijk actief uitgaansleven hebben, werd het voor mij steeds moeilijker om te voldoen aan de eisen van de Nachthoorns. De eisen vond ik terrecht, maar ik moest mij steeds meer zien te verdelen tussen mijn vrienden van buiten de muziek, en de Nachthoorns. Festivals als Werchter, Dijkpop, Mysteryland, vond en vind ik inmiddels leuker dan een optreden op een bruiloft. Kortom: ik ben het een beetje ontgroeit, denk ik.

De hoogtepunten die we gehad hebben, komen naar mijn mening niet meer terug, in elk geval niet voor mij persoonlijk. Als ik langer zou blijven, zou ik me misschien steeds ongemakkelijker voelen bij de eeuwige strijd of ik kies voor de Nachthoorns, of het andere evenement dat op mijn agenda staat. Ik zou me steeds ongemakkelijker voelen bij het feit dat ik altijd eerst moet dubbel checken of ik geen optreden heb, voor ik iets kan afspreken. En dit woog niet langer op tegen de voordelen.

Mijn muziekvrienden ga ik nog het meest missen. Ze hebben mij voor een heel groot deel, waarschijnlijk groter dan ze zelf beseffen, gevormd, waar ik ze dankbaar voor ben. Zonder de Nachthoorns kon ik nu waarschijnlijk alleen in 1-en en 0-en praten. Handig voor mijn werk, maar sociaal kom je er niet erg ver mee.

Muzikaal gezien heb ik het gevoel dat ik alles heb gezien en meegemaakt, in deze muziekwereld althans, wat er mee te maken valt. Ik heb alles uit mezelf gehaald wat er, qua trommelen en optreden, in zit. Een optreden in de ArenA of Gelredome zou het nog kunnen overtreffen, maar als ik eerlijk ben acht ik die kans niet al te groot. Bovendien, zal je net zien: valt het samen met Werchter.

De kogel die door de kerk ging, was dus dat ik besloten heb te stoppen met de Nachthoorns. En dat is best een moeilijke keuze, na een 'carriere' van 12 jaar Nachthoorns, en maarliefst 15 jaar trommelen. Ik hoop af en toe nog te mogen invallen, maar ik hoop in elk geval dat ik de mensen af en toe nog zie. Af en toe zal ik nog een wedstrijdje mee pakken, maar dan aan de andere kant van de lijn, namelijk in het publiek. Onze mennetsjur Jos wordt immers ook een jaartje ouder, en er zal toch iemand moeten zijn die zijn taken overneemt, mocht hij er geen zin meer in hebben. Dit lijkt me een goed moment om stage te gaan lopen.

Voor mijn muziekvriendjes die dit lezen: hartelijk dank voor de mooie jaren! En we zien elkaar de komende tijd zeker nog.

3 Comments

  1. pascal

    Dat Swaf, dat lijkt me een leuk café. Ik kom steeds meer loggers tegen die daar rondhangen. ;-)

  2. Dude

    Da’s ff slikken dude! Is er wel leven na De Nachthoorns?? Of; is er wel Nachthoorns na Dude Roland?? Het was wel een mooie manier om legaal verschrikkelijk veel drank achterover te werken.
    En ja die apfelcorn hè.
    Jij dan duidelijk veel langer dan ik, maar we hebben leuke tijden gehad dude.
    En dan denk ik vooral aan de beveiliging……….

  3. Har

    Ik mis je

    Harold

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

© 2024 Rolandow.COM

Theme by Anders NorenUp ↑