We gingen bbq-en, gisteren. Toen de zon allang achter de wolken was verdwenen, om er voorlopig niet meer vandaan te komen.

Mijn broertjes met aanhang waren te gast, en mijn vader. In totaal 7 personen. Een bbq die al een maand van te voren was gepland. Wie verwacht er nou zulk slecht weer, drie maanden van te voren?

Maar goed, niet getreurd. Ik koos een strategische plek onder het balkon van de bovenbuurman. Het enige plekje dat droog bleef.

Zoals mijn stiefvader altijd deed, heb ik de briquetten even in spiritus laten weken. Iets wat mijn stiefvader een halfe dag schijnt te doen, hoorde ik achteraf, en ik een half uurtje.

Briquetten erin, nog een beetje spiritus erover, en whoesh, de fik erin. Dat ging lekker. Voor effe dan, want zodra de spiritus was opgebrand, stopte de hele bbq ermee.

Dit ritueel herhaalden we een keer of 5. Weer een beetje spiritus erop, dat met een sissend geluid het kleine beetje dat wel gloeide meteen doofde. Whoesh, deden we weer, en hij fikte weer even.

Uiteindelijk heeft mijn broertje een magisch stapeltje gebouwd, dat wèl leek te werken. Er ontstond een fijne vuurhaard nu, en eindelijk werd het wat warm. Het vlees kon erop.

En nog meer vlees, en nog meer vlees, en toen iedereen vol was, was er nog veel meer vlees. Dat ligt nu in de vriezer.

Helaas kwam er toen slecht nieuws dat de oma van Mijke, waar we eerder in het weekend op ziekenbezoek waren geweest, de nacht niet zou halen. Vervelende dingen.

Het bezoek ging naar huis, en wij gingen slapen. Toch maar even wat water er overheen, voor alle veiligheid. En zoveel spiritus als ik nodig had om de barbeque aan te krijgen, zoveel water had ik nu om het kreng uit de krijgen.

Sisserdesis deed hij, en er kwam meer stoom uit dan uit Bello, ons stoomlocomotiefje.

Leuk hoor, dat bbq-en.