Koffie met thee is minder lekker

Gaap

In mijn dromen word ik gezoend. En nog eens, en nog eens. Langzaam word ik wakker, of iets dat erop lijkt. De zoenen zijn echt, en de slaap moet helaas verdwijnen.

Tussen het wakkerworden door doe ik zo goed mogelijk m’n best om terug te zoenen en knuffelen, en niet weer in slaap te vallen. Wat is er met de wekker? vraag ik, vaag als ik zijn kan. Gelukkig snapt ze me precies. Die heb ik uitgezet, want hij liep al 5 minuten te jengelen maar je sliep alweer.

Lief. Knuffel.

Dan komt de tijd dat ik toch ook echt op moet. M’n lief staat al klaar voor vetrek, nu is het mijn beurt om de ellende van het ochtendritueel te doorstaan. De deur valt dicht en ik heb het huis alleen.

Dan sta ik in de douche. Me af te vragen wat ik er doe. Ik loop nog wat rond, zoek m’n toilettas, terwijl ik die nog niet nodig heb. Weer naar de douche, douchen.

Na het douchen gaat het al iets beter. De slaap is in ieder geval uit mijn ogen. Die blijven nu als vanzelf open staan. Alleen is de slaap nog niet uit mijn hoofd, nog lang niet, zo zal later blijken.

Ik kleed me half aan en bedenk me dan dat ik me moet scheren. Nu komt de toilettas wel van pas, waar had ik die ook al weer gelaten?

Na het scheren is het al tijd om te vertrekken, maar ik moet mijn brood nog smeren, en de rest van mijn kleren aan. En voor vertrek moet het motorpak ook nog aan natuurlijk.

Even later sta ik buiten mijn motor te ontgrendelen. Ik haal het “pas op, laat mij niet zitten”-touwtje eraf, en maak mijn remschijfslot los. Ik steek de sleutels in het contact, trek de choke uit, en laat de motor warmdraaien.

De oordopjes gaan in mijn oren. De helm op. De handschoenen aan. Ik ga op de motor zitten en duw hem van zijn standaard, hij staat op de bok. Twee stappen later sta ik stil met motor en al, en wil hij niet vooruit.

Gelukkig ben ik te suf om me kwaad te maken en door te duwen. Eerst wacht ik even, laat het feit dat ie niet vooruit wil even bezinken. Dan besluit ik dat het waarschijnlijk beter is om de motor even terug te duwen en dan op de standaard te zetten. Heel langzaam begint het tot me door te dringen dat het achterwiel geblokkeerd moet zijn.

Heb ik dan ook een achterslot? vraag ik me af. Ik heb een achterslot. Al vanaf het begin dat ik de motor heb, heb ik een achterslot. En al zo lang als dat ik mijn motor in Amsterdam op slot zet, zet ik hem ook op het achterslot. Een groot U-slot.

Pas als ik het slot zie, herken ik hem, en voel ik me aardig stom. Het slot zit te hoog om hem eraf te kunnen halen, ik moet de motor nog wat terug duwen.

Uiteindelijk is hij bevrijd en kan ik op weg naar het werk. Pijnzend over de stupiditeit die me zojuist is overkomen baan ik me een weg door het drukke Amsterdamse verkeer.

Twintig minuten later ben ik op mijn werk.

Goedemorgen, klinkt het achter de balie van de receptie.

Mogguh.

3 Comments

  1. louwrens

    Tijd voor een: “pas op, laat mij niet zitten”-achterslottouwtje.

  2. Jurriaan

    Geen schade?

  3. Rolandow

    Voor zover ik kon zien niet. En hij rijdt nog..

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

© 2024 Rolandow.COM

Theme by Anders NorenUp ↑