Maandagochtend. Hoewel de leiding al twee vermoeiende nachtjes achter de rug had, stond iedereen toch te trappelen om de kids te verwelkomen. “De bussen komen!” gilden ze dan ook, toen de eerste bus de hoek om kwam.
Dus bus draaide met de deur naar het veld toe, en liet de kinderen dan uit de bus. Welkom! en Goedemorgen! riepen wij enthousiast. De kinderen keken zoekend om zich heen, op zoek naar hun groep.
De derde bus bleef staan. De deuren gingen niet open, en we zagen de buschauffeuse in haar microfoon praten. Ze heeft zeker nog iets te melden aan de kinderen, dachten we. Maar het begon nu wel erg lang te duren. Kom op, gooi die deuren open! Dit moet wel een hele strenge zijn, bedachten wij ons. Co ging een praatje met haar maken, en het bleek een heel vriendelijke dame te zijn. In het begin is ze streng, zodat ze de rest van de week nergens last meer van heeft, zo legde ze uit.
Continue reading