Gisteren heb ik mijn bed volledig weggesloopt. Het spiraal en het matras zijn bewaard gebleven. Maar goed ook, want achteraf bleken de matrassen van het tweepersoonsbed niet zo goed te passen.
Er is er eentje vervangen, denk ik, en dat matras is niet breed genoeg. Hierdoor ontstaat een kier in het midden, en dat is heel vervelend.
Bovendien zijn de matrassen niet zo dik. Geen enkel probleem als je er een week op slaapt, maar misschien bij langer, wel een probleem. Bovendien had ik altijd een goed matras, dus ben ik verwend.
Mijn eigen matras moest dus terug. En dat bleek, kwa breedte, ook een veel betere keuze. De matrassen liggen nu gewoon stevig tegen elkaar. Het relief is opgelost door een oude deken onde het dunnere matras te leggen.
Daar wou ik het in ieder geval niet over hebben. Tijdens het wegslopen van mijn vorige bed, waar zelfs een zaag aan te pas moest komen, vond ik een brief op mijn nachtkastje. Nu was mijn nachtkastje altijd een archief van spullen die je even nergens anders kwijt kon. Of omdat er geen duidelijke plaats voor was, of omdat je op dat moment gewoon wilde slapen zonder er een duidelijke plaats voor te vinden.
Zo ook met deze brief. Hij kwam van Criselda Castillo, een van mijn oude pen-palls van de andere kant van de wereld. Heel wat tijd geleden was ik echt die-hard irc-er. Verslaafd misschien, zou je het ook kunnen noemen.
En toen legde ik heel wat contacten. En ik vond het leuk om ook handgeschreven brieven te ontvangen. Schrijven is dan minder leuk natuurlijk, ontvangen is altijd veel leuker. Dat is met e-mail penpalls ook zo.
Maargoed, we schreven dus wel eens een e-mailtje, en misschien ook wel een gewone brief, dat weet ik niet meer. Totdat ik vorig jaar dus opeens deze brief van haar kreeg. Ik had al een hele tijd niets meer van haar gehoord. Zo gaat dat, met penpalls. Ineens zijn ze foetsie.
Van sommige penpalls weet ik dat ik of zij altijd weer zal beginnen met schrijven, zodat er om de zoveel tijd weer een uitwisseling plaats vindt. Nu ik erover denk, waarschijnlijk zal ik zo de draad weer even oppakken bij andere penpalls, die wel over gebleven zijn.
Maargoed, ik dwaal af. Ze heeft leuk brief papier uitgekozen, en ze heeft foto’s van zichzelf mee gestuurd. Over het algemeen val ik niet op chinese, of chinees uitziende meisjes, maar dit is eigenlijk toch wel een mooi meisje. Ze had ook een belachelijk mooie studio foto toegezonden.
Voor penpalls is dat toch best bijzonder. Vaak zijn het toch minder mooi uitziende mensen die zich met dit soort tijdverdrijf bezighouden. En voel je niet aangevallen ofzo, ik reken mezelf daar ook onder :). Het maakt me ook niet zoveel uit, eigenlijk.
Dat ze dus de moeite heeft genomen om na al die tijd nog eens een brief te sturen, met foto’s erbij, en ansichtkaarten van de omgeving aldaar, dat vond ik geweldig. Te gek. Hoeveel mensen kennen nou mensen uit de Fillipijnen? Nouja, misschien wel meer dan ik denk. Maar dat dit contact zomaar ontstaat, tussen mensen heel ver uit elkaar, die elkaar niet kenne, dat vind ik toch apart.
En daarom vind ik dat ik moet terug schrijven. Was ik ook van plan. Maarja, gelineerd 24 ringbans papier, dat leek me niet echt passend. Ik zal dus ook iets van briefpapier moeten kopen.
Dat gaat lang duren, ben ik bang. Voordat ik er aan denk om het te kopen, dan te gebruiken, en ook nog eens te verzenden. Toch .. hij ligt nu hier op mijn bureau, op mijn scanner die het even niet doet, dus foto’s kan ik helaas nog niet inscannen. Misschien tegen de tijd dat ik de brief geschreven heb.
Willen er nog meer mensen mijn penvriendinnetje zijn? ;-)