Tegenwoordig is het treinreizen zo ongmogelijk, dat ik het absoluut gerechtvaardigd vind als ik eerste klas ga reizen, als de trein nogal vol is. Meer mensen vinden dat, want de eerste klas zit op zulke momenten best vaak vol.

Vanochtend niet. Op het station was het al aardig druk, dus ik dacht al dat het niets zou worden met de zitplaatsen. Gelukkig ging niet iedereen de eerste klas in. Blijkbaar is er op dit moment voor een hoop mensen toch nog een drempel. Die gaan dan liever op de trap zitten, of blijven gewoon staan, daar bij de deuren.

Ik niet, ik ga gewoon eerste klas zitten. En uitgerekend naast een nogal forse meneer in een pak. Hij had z’n benen relaxt uit elkaar, en toen ik aanstalte maakte om naast hem te gaan zitten, deed hij ook niet de moeite om zich wat kleiner te maken.

Dus ik maak me klein, ga naar hem zitten, en doe mijn benen ook wat relaxter uit elkaar. Waardoor ik zijn been eigenlijk aan de kant druk. Ik schrok er zelf een beetje van, maar ik vind dat elke reiziger gelijk is, en het klasseverschil vind ik zowiezo belachelijk. Ik stond dus volledig in mijn recht, vond ik.

Dus mijn plaatsje was veroverd. De man begon hevig aan zijn colbertje te rukken, want daar zat ik blijkbaar op. Sorry hoor … wilde ik mompelen, maar erg kwam niets uit. Laat maar, dacht ik.

Ik kan me vergissen, maar ik dacht te merken dat hij totaal niet blij met me was. Hij als zakenman in de eerste klas, die zowat het dubbelle voor zijn kaartje betaalt. En ik met mijn OV-studentenkaart die gewoon eerste klas kom zitten. Het lef!

We waren allebei onze krant gaan lezen. Ik de gratis spits, hij de Telegraaf. Ooooh Telegraaf! dacht ik. Dat is volgens mij meer weggelegd voor het simpele volk. Dus het was een simpele man, met een net pak aan, dacht ik. Een zeikerd. Stereotype zeikerd. Ik heb hier geen bewijzen voor, want hij zei helemaal niets tegen me, maar toch. Ik voelde het gewoon aan!

Even later plante hij zijn arm naar achteren, en begon een beetje tegen me aan te douwen. Misschien had hij gehoopt dat ik hem zo wat meer ruimte zou geven, maar ik vertrok geen spier. We zaten dus knusjes tegen elkaar aangedrukt, als sardientjes in een blik. Ik had nog even overwogen om Gezellig he?! te roepen tegen hem, maar ik bedacht me dat dan waarschijnlijk de frustratie los zou komen, en hij zou gaan schelden of erger. En daar zit ik nou ook weer niet op te wachten in de vroege ochtend.

Bij het opstaan was het net of hij heel even vuil naar me keek. Maar misschien wou ik dat wel zien, who knows. Ik denk dat hij in ieder geval wel prettigere ritjes heeft meegemaakt, maarja, klagen bij de NS hoor! Niet bij mij. Ik heb ook recht op een zitplaatsje.

En zo hebben we dan alweer een nieuw OV avontuur meegemaakt.